Volkswagen heeft een fabriek in China verkocht: wat betekent dit voor het bedrijf?

Volkswagen heeft de verkoop aangekondigd van zijn fabriek in de Chinese regio Xinjiang. Samen met de productiebasis verliest de autogigant twee testlocaties. Dit maakt deel uit van een bredere verandering als gevolg van financiële problemen. Eerder suggereerde het management van het bedrijf zelfs dat het voor het eerst in de geschiedenis een aantal fabrieken in Duitsland zou kunnen sluiten.

Dit is wat we weten

Volkswagen heeft besloten om de fabriek, die deel uitmaakte van een joint venture met het Chinese SAIC, te verkopen. Deze beslissing viel samen met de aankondiging van een uitgebreid partnerschap met SAIC: de bedrijven beloven 18 nieuwe modellen te produceren tegen 2030, waarvan de eerste twee elektrische auto's al in 2026 moeten verschijnen. Bovendien hebben de partijen de samenwerkingsovereenkomst verlengd tot 2040.

De beslissing om de fabriek in Xinjiang te verkopen was niet zonder schandalen. Volgens Nikkei Asia staat VW al lange tijd onder druk van mensenrechtenorganisaties, die de regionale autoriteiten beschuldigden van het schenden van de rechten van Oeigoeren, waaronder het gebruik van dwangarbeid. Officieel ontkennen Volkswagen en de Chinese autoriteiten deze beschuldigingen.

Wat komt hierna.

Volkswagen heeft te maken met stijgende kosten, hevige concurrentie en dalende verkoopcijfers in belangrijke markten. De problemen van het bedrijf beperken zich niet tot China. Eerder deze week zei Thomas Schafer, CEO van het merk Volkswagen, dat VW zijn doelen niet kan halen zonder ten minste één fabriek in Duitsland te sluiten. Tegelijkertijd gelooft de ondernemingsraad van het bedrijf dat de autofabrikant ontslagen kan voorkomen door de lonen te verlagen.

Bron: Nikkei Azië